Tussen 17 september 2016 en 27 oktober 2016 hebben wij in samenwerking met de fabrikant van de medicijnen tegen PPID bij paarden een actie om paarden te laten onderzoeken op PPID. Voor 30 euro per paard komt de dierenarts bij uw paard(en) (binnen een straal van 20 km van Peize) en neemt twee keer bloed af van uw paard, met een tussentijd van 15 minuten. Dit omdat de bloedwaarden nogal fluctueren en daarom het gemiddelde van deze twee waarden wordt genomen. Ook de voorrijkosten en de laboratorium kosten zitten hierbij in begrepen. Op www.ppidbijpaarden.nl staat nog meer nuttige informatie over de ziekte van Cushing bij paarden.
Wat is PPID?
PPID betekent Pituitary Pars Intermedia Dysfunction. ‘Pituitary gland’ is de Engelse naam voor hypofyse oftewel hersenaanhangsel. Dit is een kleine klier die onder aan de hersenen hangt. Bij PPID is een gedeelte van de hypofyse -de pars intermedia- ontregeld. PPID is de correcte naam voor ‘de ziekte van Cushing’ bij het paard. Bij mensen en honden komt de ziekte van Cushing ook voor. Ondanks het feit dat sommige ziekteverschijnselen bij de mens en de hond lijken op die van het paard, zit de ziekte net iets anders in elkaar. Vandaar dat PPID bij het paard een betere benaming is voor de aandoening bij het paard.
PPID is een hormonale aandoening waarbij de aanmaak van hormonen is ontregeld. De hormonen in het lichaam werken nauw met elkaar samen en zorgen voor het normaal functioneren van het lichaam. Als de normale hormoonaanmaak is verstoord, kan dit zich uiten in allerlei ziekteverschijnselen. Sommige van deze ziekteverschijnselen kunnen in de loop der tijd steeds erger worden. In het verleden werden bij paarden van middelbare leeftijd (15-20 jaar) deze ziekteverschijnselen niet herkend. Men dacht dat de veranderingen aan het paard te maken hadden met het normale ouder worden.
Hoe ontstaat PPID?
Aan de basis van de hersenen bevinden zich de hypothalamus en de hypofyse. Dit is het regelcentrum voor de aanmaak en de afgifte van hormonen. In de hypothalamus zijn zenuwen aanwezig die de stof dopamine aanmaken. Deze stof is belangrijk als het gaat om het regelen en afgeven van bepaalde hormonen (zoals ACTH) door een gedeelte van de hypofyse dat de pars intermedia wordt genoemd. In sommige oude paarden en pony’s gaan de zenuwen in de hypothalamus verloren. Hierdoor krijgt de pars intermedia onvoldoende dopamine aangeboden. Het gevolg is dat de aanmaak van hormonen door de pars intermedia niet meer door de dopamine wordt geremd. Deze verhoogde aanmaak van hormonen heeft allerlei ziekteverschijnselen tot gevolg.
Symptomen van PPID
Hoefbevangenheid (laminitis) is een ernstige, veel voorkomende en pijnlijke aandoening die vaak bij PPID voorkomt. Dikwijls zijn groeiringen op de hoeven te zien die wijzen op meerdere perioden van hoefbevangenheid.
Hoefbevangenheid kan zich als volgt uiten:
- ‘Trippelen’ of zeer voorzichtig lopen (‘op eieren’).
- Gewicht verplaatsen naar hun achterbenen.
- Veel liggen.
- Warme hoeven en een duidelijk voelbaar kloppend bloedvat in de kootholte.
- Op röntgenfoto’s zien we nog wel eens het ‘zakken’ en ‘kantelen’ van het hoefbeen.
- Permanente pijn, waarbij in veel gevallen euthanasie de enige oplossing is.
Vachtveranderingen kunnen variëren van milde veranderingen van het verharen tot een te volle, lange en krullerige vacht (hirsutisme). Sommige experts zijn van mening dat hirsutisme het meest betrouwbare ziekteverschijnsel is dat op de aanwezigheid van PPID duidt, terwijl niet ieder paard dit beeld laat zien (vooral niet in een vroeg stadium).
In het vroege stadium zien we vaker lokaal plukjes van langere haren. De lichaamsbouw van het paard verandert als gevolg van PPID.
- Zo kan op afwijkende plaatsen vetstaping optreden. Een kenmerkende plek is boven de ogen.
- Ook ziet men vaak spierverlies waarbij vaak de bespiering van de bovenlijn zichtbaar is afgenomen.
- Wanneer de buikspieren afnemen, dan kan men een ‘hangbuik’ waarnemen.

Overige symptomen en ziekteverschijnselen:
- Over het algemeen zijn de eerste verschijnselen van PPID lusteloosheid en verminderd presteren.
- Abnormaal zweten is vaak te zien rond de nek en de schouders. Mogelijk speelt de dikke vacht hierbij een rol.
- Veel drinken en veel plassen. Men kan dit vaak zien aan de aanwezigheid van een natte box.
- Gedaalde weerstand. Dit uit zich in herhaalde infecties en vertraagde wondgenezing. Een voorbeeld van zo’n infectie is een bijholte ontsteking.
- Moeilijk drachtig worden.
- Spontane melkgift.
- Epilepsie en blindheid worden in zeldzame gevallen waargenomen.

Testen op PPID
De dierenarts kan een eenvoudig bloedonderzoek doen waarmee bepaald kan worden of uw paard of pony PPID heeft. De uitslag van dit onderzoek is meestal binnen enkele dagen bekend. In sommige gevallen is het zelfs mogelijk om op basis van een klinisch onderzoek en de ziektegeschiedenis van het paard of de pony de diagnose PPID te stellen.
In veel gevallen zal uw dierenarts één of meerdere bloedmonsters willen afnemen om de concentraties van verschillende hormonen of andere stoffen in het bloed te bepalen. De resultaten van dit onderzoek worden vergeleken met de normale waarden die worden gemeten bij niet zieke paarden. Op deze manier kan bevestigd worden of het paard daadwerkelijk PPID heeft.
De behandeling van PPID
Ten eerste is er alle reden om optimistisch te zijn. PPID is een aandoening die te behandelen is en de prognose is in de meeste gevallen goed. Dat is dus goed nieuws! Het vroegtijdig diagnostiseren van PPID bij uw paard zal helpen om allerlei bijkomende ziekteverschijnselen te voorkomen. Hoewel een paard met PPID niet echt te genezen is, zorgt een goede behandeling en verzorging er meestal voor dat uw paard vrolijk, fit en in goede conditie blijft. Informeer bij uw dierenarts over de behandelingsmethoden.
Omdat de meeste paarden met PPID ouder zijn dan 15 jaar, kunnen er naast de ziekteverschijnselen van PPID andere kwalen voorkomen. Het is dus ook belangrijk om aanvullende maatregelen te nemen die de gezondheid van uw paard met PPID bevorderen.
Naast het geven van medicijnen zal de verzorging in ieder geval moeten bestaan uit:
- Regelmatig ontwormen, gebitsverzorging en tijdig naar de hoefsmid (zeker als het paard een geschiedenis van hoefbevangenheid heeft).
- Een hoogwaardig gebalanceerd dieet. Vraag uw dierenarts voor advies.